Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide tot haar: Sta op, en laat ons trekken; maar niemand [51]antwoordde. Toen [52]nam hij haar op den ezel, en de man maakte zich op, en toog naar zijn plaats. 51. Want zij was dood; zie hfdst.20 vs.5. 52. Dat is, hij nam haar en legde haar op den enen ezel. Vergelijk boven, vs.26.